Vrijweiderecht en andere gewoonten in het Schulens Broek
Vrijweiderecht en andere gewoonten in het Schulens Broek
Voor een deel van het Schulens Broek gold het vrijweiderecht of klauwgang. Hierdoor konden boeren hun dieren op mekaars openliggende weiden vrij laten grazen in de periode dat het gras niet groeide. In de keuren, die op het jaargeding dat gehouden werd op de donderdag na Beloken Pasen werden afgekondigd, werd dit gedeelte van het broekland aangeduid als gemeyn broeck. Elk jaar kwamen de belastingbetalende gezinshoofden op de markt van Lummen bijeen om te luisteren naar de voorlezing van statuten en ordonnanties die opgesteld werden om een einde te maken aan misbruiken en wantoestanden die het voorbije jaar vastgesteld werden. Inwoners van de gemeenten van de heerlijkheid Lummen (Linkhout, Lummen, Schulen en Koersel) mochten hun dieren weiden van na Sint-Gilisdag (1 september) tot half mei. Daarna kreeg de rechtmatige eigenaar opnieuw de beschikking over zijn grond zodat hij er twee keer kon op hooien.
De periode van gemeen(schappelijk) broek kon, afhankelijk van het weer, de overstromingen… wat schommelen van jaar tot jaar. Het was uitdrukkelijk verboden het mest dat de dieren op het broek achterlieten te vergaren en mee naar huis te nemen om de eigen tuin of eigen weide te bemesten. Alleen dieren van de inwoners van de gemeente die bestemd waren voor eigen gebruik werden toegelaten. Ze mochten dus niet aan mensen buiten de gemeenschap verkocht worden. ’s Morgens bracht een toetende heert (herder) de schapen, ganzen, paarden, koeien en ossen naar het broek om ze er ’s avonds weer van af te halen. Om het wroeten van varkens tegen te gaan, dienden deze een ring in de neus te dragen en altijd door een herder begeleid te worden. Paarden en schapen waren nogal gevoelig aan schurft en daarom werd het aantal te weiden schapen beperkt. Besmette dieren waren sowieso niet toegelaten. Opvallend misschien, maar nergens werden er varkens- en runderziekten (mond- en klauwzeer) genoteerd. Deze ziekten kwamen toen nog niet voor in ons land.
Boerenfamilies kennen de grillen van vrijlopende runderen en andere dieren. Ze durven zich nogal eens uit te leven op gronden en hagen beschadigen. Getroffen eigenaars doodden soms het dier van een buur die de hof of erger had vernield. De landheren van Lummen trachtten dit te regelen door beslag op het dier te laten leggen door een ‘schutter’, een beroep dat men later ‘veldwachter’ zal heten. Strenge straffen stonden op de partijdigheid van deze man. Hij diende in eer en geweten de aangerichte schade te bepalen. Tot de schade geïnd was, werd het dier naar de schutte gebracht: een afgebakend terrein in het Schulensbroek bewaakt door een schuthouder. Ook die onkosten dienden betaald te worden. Hiervoor bestonden er tabellen, rekening houdend met het soort dier en tijd dat het bewaakt diende te worden. De ‘openliggende’ weiden werden vanaf de jaren zestig van vorige eeuw ook meer en meer met prikkeldraad afgebakend waardoor de oppervlakte drastisch verminderde. In de tweede helft van de achttiende eeuw hadden sommige eigenaars al geprobeerd het vrijweiderecht te ontlopen door het graven van grachten en het maken van afsluitingen rond hun weide. Zij werden echter in een keure van 7 april 1785 in het ongelijk gesteld.
Vermelden we nog dat vanaf 1663-1664 octrooien werden verleend door de prinsbisschop van Luik en de Hertog van Brabant om het Schulensbroek te draineren of te ontwateren. De Demer en Herk kregen een andere bedding, sluizen en kanalen werden aangelegd. Strenge straffen stonden er op het niet onderhouden of het beschadigen van de dijken. De heer verpachtte ook het visrecht in de waterlopen. Eigenaars mochten enkel overdag met een net of vislijn vanaf de kant vissen. Gevogelte mocht enkel na 11 november gevangen worden. Indien ze de vis en gevogelte niet zelf consumeerden, moesten ze het eerst verkopen aan de lokale gemeenschap.
Vroeger werd het Schulensbroek door de para’s van Schaffen gebruikt als oefenterrein om valscherm te springen.
Bron: Jozef Aerts, Historisch overzicht van de gemeente Schulen, 1968
Tekst en foto's: André Smeets