Terrasvergunning en terrasplan
Wil je als horecazaak een terras plaatsen op het openbaar domein? Dan heb je een terrasvergunning nodig van het stadsbestuur. Zowel permanente als seizoensgebonden terrassen vallen onder dit reglement. De stad wil met duidelijke richtlijnen zorgen voor een vlotte afhandeling van je aanvraag, én tegelijk de veiligheid, toegankelijkheid en leefbaarheid van de openbare ruimte garanderen.
Wat?
Een terrasvergunning is een officiële toelating van de stad om een terras te plaatsen op openbaar domein (bijvoorbeeld stoepen of parkeerplaatsen) in functie van de uitbating van een horecazaak.
Je hebt een vergunning nodig voor:
- een permanent terras;
- een seizoensgebonden terras (tussen 1 april en 15 november).
Voorwaarden
Een terras moet:
- op minimum 1.50 meter van de voorgevel van het pand, en 0.80 meter van de rijweg en van parkeerplaatsen geplaatst worden;
- een obstakelvrije doorgang voor voetgangers vrijwaren met een vrije hoogte van 2.10 meter;
- veilig opgesteld zijn en constructies goed verankerd;
- geen voorbehouden parkeerplaatsen voor personen met een handicap innemen;
- eventueel met een verhoogde vloer geplaatst worden bij inname van parkeerplaatsen door een seizoensgebonden terras.
Andere:
- muziek mag op het terras tussen 10.00 en 22.00 uur (max. 85 dB);
- verwarming is toegestaan mits geldig keuringsattest;
- vergunning blijft geldig voor volgende jaren, tenzij het terras wordt aangepast;
- de stad kan altijd controles uitvoeren en bij niet-naleving optreden.
Prijs
De aanvraag is gratis.
Let wel:
- Na het verstrijken van de toegelaten periode moet het terras binnen de acht kalenderdagen worden verwijderd. Bij gebreke hiervan kan de gemeente de opruiming uitvoeren en de kosten hieraan verbonden ten laste van de overtreder leggen.
- Schade aan het openbaar domein veroorzaakt ten gevolge van de aanwezigheid van het terras wordt op kosten van de uitbater van het terras hersteld.
- Indien de begunstigde één of meerdere verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt of bij niet-naleving van andere van toepassing zijnde wetgeving of wanneer het algemeen nut of de veiligheid dit zou vergen, kan de gemeente de toelating intrekken en overgaan tot de opruiming van het terras en worden de kosten hieraan verbonden ten laste van de laatste uitbater gelegd.